Cladosporium is een kosmopolitische schimmel, die vaak voorkomt op verwelkte planten en op organische overblijfselen in ontbinding. Het is een zeer donkere schimmel (donker olijfgroen tot zwart op bepaalde substraten), die sporen produceert in vertakte ketens, die gemakkelijk verspreid worden door de wind. Die sporen zijn zeer karakteristiek en heel gemakkelijk microscopisch te herkennen. Ze zijn rond, eivormig tot cilindrisch, vertonen al dan niet tussenschotten, en bevatten een duidelijk litteken aan de uiteinden.

Hoewel vele Cladosporium-soorten parasieten zijn van een specifieke vegetatie, zijn het meestal de soorten die als saprofyt voorkomen, die worden afgezonderd. Bij ons vervoert de buitenlucht zeer grote hoeveelheden sporen afkomstig van Cladosporium herbarum: met een gemiddeld jaartotaal van 755.070 sporen, vertegenwoordigen de sporen van deze soort ongeveer 56% van het totaal aantal schimmelsporen in de lucht.

Cladosporium herbarum is sterk onderhevig aan seizoensgebonden schommelingen. De dagconcentraties van deze sporen in de lucht zijn laag in de winter en in het begin van de lente (enkele honderden sporen/m³) maar nemen geleidelijk aan toe om in de zomer soms zeer hoge piekwaarden te bereiken. De drempelwaarde van 3000 sporen/m³ waarbij klinische verschijnselen kunnen optreden, kan verschillende keren per jaar bereikt of overschreden worden naargelang de sterkte of zwakte van het jaar. Zelfs concentraties van 10.000 sporen/m³ zijn niet zeldzaam in de zomer. Ze kunnen astma-aanvallen teweegbrengen bij gesensibiliseerde personen.

Een andere Cladosporium-soort (C. sphaerospermum) is zowel in de winter als in de zomer dikwijls binnenshuis aanwezig. Het is de meest belangrijke schimmel in vochtige woningen, die op verschillende plaatsen in het huis heel sterk kan ontwikkelen, vooral op muren en plafonds, in de slaapkamer en de badkamer.